Over vuurwerk in je hoofd

unnamed (6)“een goede gezondheid”. Het is iets wat we elkaar allemaal toewensen met Nieuwjaar. En als je dan echt in de ogen van mensen kijkt, zie je gauw wie spreekt uit ervaring en bij wie dit een plichtmatige uitspraak is.

Er zijn altijd mensen die het zwaarder treffen. Denk maar aan de kleine engel van Ellen, mum of 4. Of Cosette, de lieve dochter van Charlotte via Instagram. Denk maar aan de mensen die ik dit jaar de strijd zag aangaan – en soms verliezen – tegen kanker. Denk maar aan mensen die de zin van het leven niet meer durven/kunnen/willen zien.

Ik deel graag even mijn ervaringen.

Onze dochter heeft soms vuurwerk in haar hoofd.

Het was vorige week drie jaar geleden dat dit de eerste keer gebeurde. Slaapdronken werd ik geconfronteerd met een kleuter die op een beestachtige manier lag te beven en te roepen in haar bed. Je denkt aan de slapende mannen in huis, maant aan tot stilte, spreekt smekende en troostend woorden. Heel even flitsen de beelden van The Excorcist door je hoofd. En na enkele lange minuten… weer stilte en rust. En beduusd kroop ik weer in mijn bed.

De volgende ochtend leek het even een nachtmerrie. In de rush van de ochtendspits naar de achtergrond verdringend, opeens in herinneringen opgedoemd tijdens de lunchpauze. Ik bedacht dat in de nacht alles erger lijkt en zwakte het af. Een slechte droom zal het wel geweest zijn.

De weken verstrijken en worden een maand. ’s Nachts uit bed moeten omdat ze roept “omdat mijn been trilt”. “Ja, meid, dat gebeurt wel eens, slaap maar verder”. Dan een tweede keer, zo roepen en trillen en erna volledig krachteloos. Korter, maar het zet je tot nadenken. Toch eens een afspraak maken bij die kinderneuroloog. Confrontatie met hoe moeilijk die studie op de hersenen nog is, zelfs in de beste ziekenhuizen van ons Westers land. De vraag om te documenteren en te filmen. Verbijstering: in plaats van haar vast te houden, tegen te houden, moet je er een camera opzetten. Paniek ook: als het overgeven op de vreemdste momenten opduikt en dr. Google het woord hersentumor steeds hoger zet bij de zoekresultaten.

En dan, anderhalf jaar na die eerste van vele aanvallen later, diverse scans verder, valt de bevestiging dat het epilepsie is. De zoektocht naar de oorzaak wordt gestaakt, die naar een methode om grip te krijgen, begint.

Je hoort me zeker niet klagen. Het is beperkt tot de nacht, voornamelijk en geeft geen impact, dat we denken, op haar dagelijks functioneren. Daardoor kan je haar met een gerust hart laten spelen bij vriendinnetjes en op schoolreis mee laten gaan. Een administratieve mallemolen om dat uitgekozen medicament in België te krijgen, neem je erbij. De fiches om op school en vakantiekampjes de medicatie toe te dienen, neem je erbij. Je neemt overal een noodpil mee en op reis heb je reserve mee voor een hele zomer.

Het moeilijkste blijft echter de angst. De babyfoon doet weer zijn intrede en net als ze beiden weer wat doorslapen en je met een geruster hart ze bij een babysit laat, is er een onrust die zich nestelt in je achterhoofd. Het is een klein duiveltje dat met je meereist, waar je ook gaat. De enige keer dat je op je gemak bent, is wanneer ze naast je slaapt in het grote bed. Logeerpartijtjes worden nog niet ingevoerd en de enige deur waar je hen vroeger eens een nachtje kon brengen, blijft subtiel ook gesloten.

Vorige week nog, hoorden we een klein geluidje op de babyfoon terwijl we tv keken. We legden de focus onmiddellijk naar dat kleine apparaat dat de link met de hogergelegen verdieping maakt. Nog een geluid, een snik. Ik ren naar boven en beelden van de laatste grote aanval, acht ellenlange minuten geschreeuw en gebonk schieten door je  hoofd. De MUG die kwam opgereden, te laat maar hij was er toch. De ellenlange minuten je dochter zien schokken en bewegen en haar niet kunnen bereiken. De afstand tot haar geest, helemaal weg in de wolken. De ellenlange minuten aftellen, de noodpil niet willen/durven inzetten. En dan aankomen bij haar bed en zien dat het niets is, een droom, even wakker. Weer extra waken, vele keren wakker worden in die nacht, de onrust die weer opflakkert.

Vuurwerk in haar hoofd. Ik zie het liever in de zomernacht boven haar lieflijke gezicht.

 

vuurwerk_3

Over ouder worden en zo

Kinderen krijgen is anno de 21e eeuw een vrije keuze geworden, althans in onze Westerse cultuur. Toen mijn man en ik een huis kochten en in het traditionele huwelijksbootje traden (je kan de man uit W-Vl halen maar niet W-Vl uit de man), waren kinderen een evidentie. De vraag was niet of, maar wanneer.

Het verliep beide keren vlot en snel, wat op vandaag al niet altijd meer een evidentie is. Ik ben ook blij dat ik beide kinderen kreeg voor mijn dertigste, al was het maar omdat ik besef dat, wanneer ik 40 word, de kinderen al alleen zullen kunnen thuis blijven als we de gekheid hebben om nog een stapje te zetten.

Waar andere mama’s soms hun frustratie uiten dat na de eerste baby (te) snel de vraag komt wanneer het tweede komt, was ik die vraag al voor. Mijn test kleurde positief op de eerste verjaardag van het eerste.

Na twee komt in onze vrienden- en familiekring vaak drie. Dus wordt al eens de vraag gesteld en zelf houd ik die vraag meer onbeantwoord dan mijn echtgenoot, die fermer nee zal zeggen.

Hoe neem je afscheid van dat tijdperk? We hebben twee gezonde kinderen. Ons leven is soms een sneltrein, met niet altijd evidente vragen van de werkgever. Ons levensdevies is “beter kwaliteit dan kwantiteit”. Dus dan moeten we daar consequent in zijn, toch? Ik voel dat het nu soms net niet té is: de kinderen, het huishouden, de job.

En toch.

Durven die vruchtbaarheid doorknippen (no pun intended) is toch een serieuze stap. Mensen komen vaak aandraven met allerlei praktische argumenten maar uiteindelijk dienen we met ons gevoel te kiezen.

Kijk even niet naar de te kleine gezinswagen en de op te offeren extra ruimte in huis. Denk niet aan de hotelkamers die maximaal gemaakt zijn voor 2+2. Vergeet de studiekosten voor later.

En toch.

Telkens zegt mijn hart dat ik echt niet gemaakt ben voor 2+3, veel meer voor 2+2.

En toch.

Dan bloedt mijn hart als ik maar één kleuter meer op de kleine speelplaats achterlaat. Als ik vaststel dat ik in de kinderwinkel niet langer de schattigste pakjes kan kopen. Als ik op Facebook niet langer Hartjes maar enkel Thumbs up krijg bij foto’s van onze oogappels.

En toch.

Ik besef maar al te goed dat ik te weinig chaoot ben, te veel hou van orde en rust in mijn hoofd en mijn huis om voor een derde te gaan. Ik besef maar al te goed dat een derde bij mij persoonlijk er meer zou komen omdat ik geen afscheid kan nemen van het jong-zijn.

Alleen dankbaarheid als ik onze kroost op de achterbank zie zitten in de spiegel. Alleen is het zo confronterend dat de tijd tussen je vingers door glipt als zand op het strand.

Als alle eerste keren vervangen worden door laatste keren.

Wanneer berg je de babyspullen definitief weg?

En jij, wat is voor jou genoeg?

family

Niet goed genoeg

Een recente post op Instagram deed me even stilstaan bij schuldgevoel. Het is iets dat ik vaak merk bij mezelf en bij andere mama’s. Schuldig als ik iets voor mezelf wil. Schuldig als ik mijn kinderen een rijstkoek en yoghurtje meegeef als vieruurtje, want het brood is op. Schuldig als ik ze om 7u10 moet afzetten op school, omdat de echtgenoot er niet is en ik toch echt wel de trein van half acht richting Brussel wil halen.

Waar ik me schuldig voel dat op bepaalde momenten de weegschaal meer naar werk dan naar gezin overhelt, zie ik thuisblijfmama’s ook worstelen met eenzelfde schuldgevoel om andere redenen.

 

 

Het deed me drie dingen beseffen. Ofwel spreken mama’s meer hun schuldgevoel uit ofwel hebben ze er meer last van. Dat ligt misschien aan hun iets meer piekerende eigenschap? Ik merk het gevoel toch minder op bij papa’s. Bovendien realiseerde ik me dat het een wel heel Vlaams katholiek gevoel lijkt te zijn. Is het iets dat aangeleerd werd door de nonnetjes in de traditionele dorpsscholen? Voor deze twee elementen heb ik geen bewijs, het is slechts een persoonlijke reflectie.

Ten derde: er is altijd schuldgevoel, welke keuzes je als gezin ook maakt. Of je nu thuis blijft of voor een carrière gaat, of je nu hulp inschakelt of niet.

Op basis van dit laatste element, heb ik besloten om iets minder daarover te piekeren en gewoon de beide kanten van de keuzes die we als gezin maken, in ogenschouw te nemen. Ja, ik ben soms ver en lange dagen van huis weg. Ja, ik geef mijn echtgenoot soms twee keer per week dezelfde groente mee naar zijn werk. Maar ook: ja, mijn kinderen zien een mama die gelukkig is als mama en met de rollen die ze ernaast opneemt. En ja, mijn echtgenoot krijgt zelfgemaakt opwarmeten mee zodat hij gezond eet en dat we ’s avonds sneller samen in de zetel kunnen neerstrijken en tijd maken voor ons als koppel.

Bovendien besef ik ook, door recent wat onbetaald verlof op te nemen (het was hoogstnodig), dat ik enorm geniet van de kinderen maar echt wel nood heb aan nog een job ernaast. En dan is de huidige job bepaalde momenten soms eens pittig om te combineren, maar ik zou ongelukkig worden als ik enkel nog thuis onder mijn kerktoren moet blijven.

En jij, hoe ga jij om met mogelijke schuldgevoelens?guilt.png

Over lente-, communie- en nog zo’n feesten

Binnenkort viert ons oudste haar groeifeest. We kozen hiervoor symbolisch de datum zeven jaar na haar geboortefeest.

Graag deel ik even enkele tips. Laat ons hopen dat de tips mij ook helpen voor een mooie herinnering aan een fijne dag.

  1. Locatie

Dit is een heel persoonlijke keuze. Niemand kan die voor jullie maken en niemand hoeft een ander te veroordelen om de keuze. In elk van beide keuzes dien je vroeg genoeg aan de voorbereidingen te beginnen, want zelfs als het thuis is, dien je er vroeg bij te zijn. Wij kozen voor een tuinfeest bij ons thuis, omdat ik persoonlijk vind dat het op die leeftijd nog een zekere charme heeft. En ook omdat ikzelf 10 jaar geleden enkel toestemde op dit vrijstaande huis met een voor mij iets te grote tuin (al dat onderhoud! Ik wilde een stadstuintje) onder de voorwaarde dat we dan tenminste één tuinfeest gingen houden.

2. Budget

Ik hoor jullie al denken. Dien je niet eerst budget te bepalen en dan locatie? Volgens mij niet. Want je kan het op locatie ook in een goedkopere formule doen en je kan thuis echt wel zot gaan. Ooit al op een trouwfeest in een tuin geweest dat tot een sprookjeshof werd omgetoverd, inclusief pinguïnmannen die de paraplu ophouden langs het pad naar de toiletten? Ik wel. Je kan dus niet zeggen dat het ene het andere uitsluit.

Bepaal met je partner het maximumbudget. Mik dan, net zoals bij (ver)bouwen naar een eerste subtotaal dat 10% lager ligt dan dat maximum. Op het einde zijn er immers altijd extra uitgaven die de teller doen tikken.

Bepaal dan met de natte vinger (of via Google) hoeveel jullie willen besteden aan de subposten en kijk of je er komt. Opnieuw, een heel persoonlijke keuze.

Welke subposten zijn er zo allemaal?

Op locatie moet je rekenen op een prijs voor het menu per volwassene en per kind, eventueel nog toe te voegen versiering, fotoshoot indien gewenst, uitnodigingen en bedankjes en dan moet het gezin nog gekleed worden.

Bij je thuis moet je daar nog aan toevoegen een eventuele vaste kost voor de traiteur, huur voor servies, bestek, glazen, tafels, stoelen, tenten, tafellinnen, springkasteel of ander amusement. Ook nog eventueel drank, personeel, en wat bloemen.

3. Stel je prioriteiten

Wil je een feest waar je zelf niets hoeft te doen? Reken dan voldoende personeel in als je het thuis doet. Let je liever op je budget? Bespaar dan op je gasten: wil je echt die oom van het zevende knoopsgat erbij? Doe alles dan zelf. Je kan een prachtige buffettafel samenstellen en zelf ok genieten van het feest.

Bovenal: zorg ervoor dat het jullie feest wordt, hoe jullie het wensen en hoe het feestbeest in kwestie het ziet. Trek je dus niets aan van de wedren naar de meest ogen uitstekende belevenissen.

Hopen jullie even mee op mooi weer op het groeifeest van onze grootste schat?lentef