Het land rond per openbaar vervoer

Als ik vertel dat ik voor mijn job vaak in alle uithoeken van het land dien te zijn en dit doe met het openbaar vervoer, wordt er wel eens gevraagd of ik dan een Netkaart aanhoud (dit is een abonnement van de NMBS voor het hele land). De meerprijs echter ten opzichte van mijn gewone werkabonnement is te zwaar om zelf te betalen, dus nee, ik heb enkel “Nest-Brussel” als abonnement. Dit wordt voor 2/3 terugbetaald door mijn werkgever. Voordeel is hier dat Gent op dit traject ligt, dit komt me soms van pas voor privé uitstapjes.

Maar hoe doe ik het dan wel?

Naast mijn gewone abonnement, heb ik nog vele kaarten op zak. Deze zorgen ervoor dat het betaalbaar is, ook voor mijn werkgever. Bovendien leerde ik al enkele trucjes: als je bijvoorbeeld naar het buitenland reist per trein, neem dan je kaartje vanaf het laatste station waar je in België heen kunt met je meerpassenkaart: scheelt een pak in de prijs. Zo ging ik naar Breda voor slechts 16 euro in plaats van 35.

  1. Mijn railpass: tien ritten, binnen het jaar binnen België te gebruiken. De go-pass voor oudere mensen dus 🙂unnamed (1)
  2. Mijn key-card: niet zo erg gekend maar wel handig: een rail-pass voor korte ritten, denk dus: de twee volgende stations doorgaans. Niet op naam en niet gebonden aan een startstation.
  3. Mijn tien-rittenkaart van de Lijn: tot voor kort op papier, nu via de app. Heel praktisch.
  4. En dan hetzelfde voor de TEC, dit zijn de bussen in het zuiden van het land, voor als ik in Luik of Namen moet zijn. En geef toe: het station van Luik is zo’n architecturale parel, altijd weer een genot voor het oog.unnamed (2)
  5. En als laatste dan nog de kaart van de MIVB, voor de Brusselse metro en tram.

Zoals je wel zult begrijpen: die splitsing van het openbaar vervoer en de veelheid aan passen is voor mij een ergernis maar ik begin het onder de knie te krijgen.

Tenslotte gebruik ik ook Über, voor de langere afstanden, en Jump, de deelfietsenservice van Über. En wat ook nog helpt: een tien-beurtenkaart voor de parking van Gent-Sint-Pieters. Gent is immers als station beter verbonden: vanuit het “binnenland” dubbel zoveel treinen omdat zowel die naar de kust als die van de Westhoek langs Gent rijden. Dus dan scheelt het soms wel eens in reistijd als ik me daar parkeer.

En tenslotte: mijn fietshelm, die gaat ook overal mee.

En jij, hoe regel jij je mobiliteit?

 

fietshelm.jpg

Hoe doen jullie dat?

Als je met twee fulltime, of soms meer dan fulltime, aan de slag bent, met ouders die te ver of te actief zijn om in te schakelen, is de combinatie met de kinderen vaak een puzzel van 10 000 stukjes. We zien dit rondom ons bij vrienden, in de media, op Instagram en bij onszelf.

Mensen vragen ons vaak hoe wij het doen. Net zoals bij het schuldgevoel (zie vorige post), zijn mensen vaak geneigd enkel het mooie te zien bij de ander en de chaos bij zichzelf.

Ze zien twee kinderen die proper gekleed op het familiefeest verschijnen maar hebben geen oog voor mijn verdoezelde wallen. Ze zien een proper opgeruimd huis maar de deur naar de ontplofte wasplaats blijft hermetisch afgesloten.

Toch lijk ik te moeten vaststellen, zonder te willen zeggen dat het hier altijd op wieltjes loopt, dat we een goed team vormen.

Daarom, drie tips die de basis vormen van onze huishoudorganisatie.

  1. Kiezen

Als mijn echtgenoot me soms niet zou tegenhouden, zou ik alles volplannen en steeds meer hooi op mijn vork nemen. Het leven is kiezen, zeggen we dus vaak. Liever enkele dingen goed dan heel veel middelmatig.

Als we onze weekends dicht zien slibben met uitnodigingen en activiteiten, gaan we moedwillig enkele weekenddagen blokkeren. Onze kinderen mogen helaas geen vijf fancy buitenschoolse activiteiten kiezen omdat we de onmogelijke starturen (half vijf op dinsdag, wie haalt dat?) en vele taxiritjes willen vermijden. Voor balsport houden we dus nog even de boot af omdat dit volgens ons een aanslag is op je vrije tijd. Gelukkig denken onze kinderen niet dat ze de volgende Messi zijn. En we hebben binnen 1 km rondom ons huis dertig mogelijkheden om buitenschoolse activiteiten te kiezen, dan moeten ze niet net dat ene kiezen die in de volgende stad ligt.

In het weekend genieten we van gewoon thuis zijn en de kinderen te laten vrij spelen. Ik ben er trouwens van overtuigd dat ze hier ook veel deugd van hebben. Van vervelen, kan je leren, is ons devies (naast: van proberen kan je leren).

Zelf beseffen we dat we niet continu én een droomkoppel én een keukenkoning(in) én blitse ouders én werknemers van de maand kunnen zijn. En ja, ook voor ons worden de “buitenschoolse” activiteiten zwaar ingeperkt.

  1. Vooruitplannen

Mensen zeggen vaak dat wij “zo georganiseerd” zijn. Dan denk ik: “tja, het kan ook niet anders”. Als we in de week nauwelijks iets kunnen doen en alles, van administratie tot zwemles, in het weekend dient te gebeuren, tot het legen van de brievenbus toe, dan heb je geen keuze dan te plannen.

Zo vliegen er op zondag vijf broden de diepvries in en worden ’s avonds al kleertjes voor iedereen klaargelegd. Bo’kes worden gesmeerd voor de opvang en met mijn breakfast2go in de koelkast geplaatst. De tafel staat gedekt.

Op ochtenden dat ik de late trein neem (dus om half zeven op de fiets stap), ben ik 32 minuten wakker in huis en daarvan is meer dan de helft het klaarzetten voor de kindjes en hen aansporen zich aan te kleden. Zodat mijn echtgenoot, die beneden komt op het moment dat ik vertrek, de ochtendshift kan overnemen.

De grootste tijdwinner in de week zit hem in het voor-koken. Om onszelf een gezonde huisbereide maaltijd te geven in de week, wordt alles voorbereid in het weekend. Opwarmkost maar dan vers. Dat vraagt misschien wat meer uitleg in een volgende blogpost.

  1. Tijd maken – bewust leven

Maar door dat voor-koken komen we ook bij onze derde sterkte. We maken tijd voor elkaar. Als we beide thuis zijn, gaan hier heel bewust ten laatste om half negen alle schermen en huisklusjes in slaapstand.  De enige uitzondering zijn het strijkijzer en de televisie. Dan kijken we samen een goede serie (scandi-crimi’s!) of een opgenomen film. Of gewoon eens “met het mes op tafel”, om onze kennis bij te spijkeren. Als mijn echtgenoot in het buitenland zit of in een veel te lange vergadering tot na 21u, werk ik wel eens door en soms is er wel eens een deadline te halen maar over het algemeen delen we de avond samen. Een glas wijn en een boek doen het ook goed of een gezelschapsspel.

Onze kinderen gaan nooit elders logeren maar één keer per maand hebben we een babysit en gaan we iets kleins eten waarna we een toneelvoorstelling meepikken. In het weekend zijn smartphones meestal in de garage verscholen en genieten we van het gezin. We doen samen veel culturele uitstapjes op een vertraagde manier.

We zijn misschien minder bij de kinderen dan andere gezinnen soms maar die momenten dat we dan samenzijn, zijn we ook echt wel samen.

 

En bij jullie, wat is jullie geheim?

 

sta.png

Voordelen over niet per wagen reizen

Eerder schreef ik al over alternatief vervoer. Graag licht ik nog even toe wat de vijf voordelen zijn die verbonden zijn aan deze manieren om het land te doorkruisen.

  1. Stappenteller

Als je met de wagen tot je bestemming rijdt, waar je parkeert, dan zal je echt wel je best moeten doen om die 10 000 stappen te halen per dag. Zelf haal ik dat overigens ook niet altijd, gezien mijn job nogal van het sedentaire type is: vergaderen en computerwerk. Mijn echtgenoot doet hetzelfde type job maar gaat per wagen. Dit verschil tikt snel aan op de stappenteller. Door mijn vervoerskeuzes doe ik meer stappen per dag dan je gemiddeld zou denken met mijn type job. Alleen al het openbaar vervoer zorgt voor een flinke dosis (alsook het feit dat ik weiger te betalen voor een NMBS-parkingplaats). Daarnaast verplaats ik me overdag al eens tussen gebouwen in Brussel. Ondanks het feit dat elektrische steps als paddenstoelen uit de grond schieten, blijf ik halsstarrig dit te voet doen. Dit verzet even de gedachten, je bent er even uit (of haalt wat gemiste oproepen in) en geeft beweging.

stappen

  1. Verborgen plekjes

Als je met de wagen van A tot Z rijdt, doe je ook niet meer dan dat. Het tegenovergestelde is waar als je met alternatief vervoer reist. Je komt niet rechtstreeks aan bij je bestemming. Wisten jullie bijvoorbeeld dat er in het rustige Tienen een mooi stadspark ligt met een charmant hotel? Of dat je aan de achterzijde van Amsterdam Centraal Station een overzetboot kunt nemen over het IJ? Dat Namen een bruisend historisch stadscentrum heeft aan de voet van de citadel? En zo kan ik nog veel kleine gelukjes opnoemen. Als je dan nog eens een fijn lentezonnetje kunt meepikken, is je humeur ook meteen zonnig.

  1. Geen ivoren toren.

Ik vind het belangrijk om met beide voeten in het leven te staan en te beseffen dat er mensen zijn met andere opvattingen of die andere keuzes (moeten) maken in hun leven. Social media zorgt ervoor dat je al snel in een cocon kruipt van gelijkgestemden. In je wagen zit je in je eigen veilige omgeving die je niet meer laat zien dat er ook mensen zijn die het met minder dienen te doen. Als je met het openbaar vervoer reist, zie je soms schrijnende taferelen maar houd je ook wel je blik open op de wereld.

  1. Je leert mensen kennen

Naast het feite dat je je ogen en orde de kost kunt geven en soms leuke, vreemde taferelen ziet of kunt blijven fantaseren over relaties tussen voor jou onbekende reizigers, kan je ook gewoon mensen leren kennen.

Toegegeven, veel mensen onderweg turen gewoon naar het blauwe licht van hun smartphone of zitten met oortjes uit het raam te staren. Toch bouw je soms ook waardevolle contacten op.

Mensen die niet pendelen per trein, zullen dit niet vatten maar vaak nemen reizigers, gewoontedieren als wij zijn, en zeker zij die een langere afstand afleggen een vaste plek/coupé in een trein op altijd hetzelfde uur en dat leidt tot korte babbels die kunnen uitgroeien tot mooie vriendschappen. Zo heb ik mijn vaste treinbende waarmee ik samen pendelen en waar ik veel fijne momenten mee beleef.

Waar ik zelfs ook mijn bezorgdheden en kommer en kwel mee kan delen. Mensen waarmee je soms tot 8-10u per week mee samen zit, veroordeeld tot hetzelfde hokje, overgeleverd aan de grillen van de NMBS, het doet een band groeien.

Daarnaast, door veel per fiets aan de schoolpoort te staan, leerde ik ook al veel meer mensen kennen dan per wagen. Er is meer tijd, je bent samen buiten, je zit samen al in de regen indien je die dag geen geluk hebt, je rijdt een stukje samen en begint zo andere mama’s en papa’s te (her)kennen.

  1. Ecologie

Het laatste voordeel is een binnenkopper voor wie mij kent. Geef toe: veel meer dan de elektrische tesla’s is het echte milieuvriendelijke vervoersmiddel het openbaar vervoer, de fiets en de benenwagen.

auto

Over ecologisch mobiel en zo (2)

Vorige keer gaf ik jullie hier mijn eigen ontworpen infographic mee.

Presentation2Ik licht die graag nog even toe.

1. Twee mensen-regel. Dit is een economische reden: als je met 3 volwassenen een verplaatsing moet maken, zal het meestal economischer zijn om samen te rijden. Het is echter ook ecologisch: ik vind het echt wel zotjes om alleen een grote afstand af te leggen die mogelijk is met het openbaar vervoer. Met twee wordt het limiet, met 3 is het al eens efficiënter/verdedigbaar dat je het per wagen doet. Ook met de kinderen laat ik die regel gelden: ik ga sneller per fiets en trein gaan als het enkel met één kind is dan 2. Alhoewel ik heel vaak het openbaar vervoer met beide neem ook. Het is alleen iets… pittiger. Alhoewel het deugddoend is om te zien dat onze kinderen intussen de auto niet als eerste vervoermiddel zien.

2. Het openbaar vervoer is in ons land helaas nog niet zo georganiseerd dat je voor 6u ’s ochtends of na 21u ’s avonds nog goede verbindingen hebt. Dus dat moet je wel in ogenschouw houden als je je verplaatsing gaat inplannen. Gelukkig zijn de meeste business-zaken wel gepland in de gewone kantooruren.

3. Alles heeft zijn grenzen 🙂 Ik neem graag het openbaar vervoer maar als je in een congrescentrum moet zijn dat op 3km van een enigszins frequent bediende bushalte ligt, is het balen en een carpooler zoeken geblazen. Al verbetert ook daarin stilaan ons autoverslaafd aanbod: deelfietsen en Uber kunnen alleen maar helpen om de laatste kilometers van je station naar je bestemming te overwinnen! En mijn plooifiets, maar daarover later meer.

4. Dit is gelinkt aan het vorige. Ik wil gerust twee overstappen per trein nemen en dan nog een ander type vervoer (bus, tram, taxi, …) maar als het meer dan dat wordt, moet je wellicht echt wel in het midden van de Ardense bossen of ver weg op een Limburgse mijnsite een presentatie gaan geven en bespaar je jezelf beter de stress.

5. Er zijn veel oplossingen mogelijk. Ik heb al vele kilometers afgewandeld in mantelpakje en sneakers om dan snel hakken aan te schieten vlak voor ik de aula binnenstap alsof ik uit een doosje kom (hoop ik). Soms moet je echter én een laptop én bagage én flipchart meezeulen. En dan wil ik niet binnenkomen als een kleine lastezel. Gelukkig komt dit maar zelden voor.

Als ik dus geconfronteerd wordt met meer dan 3 nee’s, herbekijk ik even mijn traject. Als er niet aan te ontkomen valt, ga ik dan op zoek naar een carpooler.

Dit gebeurde het voorbije jaar drie keer en telkens vond ik een carpooler. Je ziet, het vraagt wat denkwerk maar je krijgt er zoveel voor terug. Zelf de wagen nemen, was nog niet nodig. Nochtans reis ik voor mijn werk continu het land af. En soms ook de omliggende landen.

Mijn droom is dat mensen allemaal even deze lijst bekijken. Eerlijk zijn met zichzelf. En gewoon bij een volgende verplaatsing even zien of ze vijf ja’s hebben. En indien zo, het eens proberen.

Ik weet het, er zijn veel jobs waar dit gewoon niet kan. Als je op vier verschillende plaatsen moet zijn. Als je koffer vol zit met demo materiaal…

Maar mocht iedereen het al eens bekijken en eerlijk zijn wanneer het eigenlijk wél kan…

Het zou al veel files wegnemen, denk ik.

Over ecologisch mobiel en zo

In deze tijden van klimaatmarsen en verschillende online discussies over de zin en onzin van klimaatacties, krijg ik vaak de vraag waarom ik alles met het openbaar vervoer doe.

Over de voorbije 12 maanden bezocht ik om professionele redenen volgende steden: Londen, Parijs, Breda, Luik, Hasselt, Antwerpen, Gent, Kortrijk, Charleroi, Namen, Brussel, Leuven, Amsterdam, Mechelen, Tienen, …

Als ik dit zou per auto gedaan hebben, zou mijn groen geweten nu al lang blauw kleuren. Bovendien, en dan zie ik de petrolheads op mijn werk al eens meewarig kijken, hou ik niet van rijden tijdens de week. De macho’s denken dan al vaak dat ik weer een vrouw ben die niet kan rijden. Integendeel, ik hou ervan om met mijn sportieve bolide in het weekend die verkeerswissel net iets té sportief te nemen.

Echter, in de week sta je stil. Terwijl ik dan in de file zou staan sudderen, loopt mijn mailbox verder vol. Op het openbaar vervoer beheers ik gewoon zelf verder mijn e-mails en kan ik in een meestal rustige manier verderwerken.

Het is ecologisch niet verantwoord om die verplaatsingen met een diesel te doen als er een ecologisch alternatief voorhanden is. En dat is er in ons welvarend land heel vaak.

Uiteraard zijn er al eens vertragingen en gemiste aansluitingen. En die grote rampscenario’s van vastzitten op een trein, een zelfmoord meemaken of een defecte trein voor je hebben: been there, done that.

Het vreemde is dat het de niet-pendelaars zijn die dat het meest onthouden.

Niemand zal immers ’s ochtends op het werk aankomen en zeggen dat zijn trein best wel op tijd was die ochtend. Als er echter vertraging optrad, zal iedereen het geweten hebben.

Dus ik maakte even een infographic. Als ik op die vijf antwoorden een “ok” antwoord, dan ga ik per openbaar vervoer.

Ik ben ervan overtuigd dat, als de mensen allemaal deze infographic zouden gebruiken en tenminste het openbaar vervoer zouden gebruiken als ze op 2 van de vijf antwoorden positief antwoorden, er al heel wat minder files zouden zijn. En heel wat minder CO2 uitstoot.

Doe je mee?Presentation2