Warme steden en dorpen

Ik denk dat ik moet terugkeren naar de eerste dagen op Erasmus. Toen besefte ik voor de eerste keer wat eenzaamheid zou voorstellen. Ik was alleen vertrokken en na een week had ik ngo niemand in levende lijve gesproken, behalve voor utilitaire zaken zoals inschrijven, eten kopen, een kot zoeken. 

Hoezeer ik ook vandaag in drukke periodes wat overprikkeling ervaar en kan genieten van een wandeling in stilte in een gestolen moment: ik heb mensen nodig.

Hoezeer ik ook genoot van het rustige ritme van de moederschapsrust, de wandelingen met de buggy en enkel focus op dat kleine wezen, ’s avonds kloeg ik weleens tegen mijn man dat het intelligentste dat ik die dag uitsprak de volgende 4 woorden waren: één bruin brood alstublieft.

De corona periode was niet echt een periode van eenzaamheid hier. Eerst waren we met drie samen, dan met vier. Het langst was erna: ik met de kinderen thuis. Ik was hier heel dankbaar voor: mensen die in deze periode alleen woonden, moesten toch wel snakken naar meer vrijheid? Echter voelde ik wel dat het continuë telewerk woog: hoe graag ik dat gebruik om de combi met het gezin leefbaar te houden, exclusief telewerken betekent in mijn geval van ’s ochtends tot ’s avonds tegen een zwart scherm praten en tegelijk focussen op enkel wat stemmen om de stemming te begrijpen. Ik snakte naar de echte gesprekken.

Ik kijk dus reikhalzend uit naar een terugkeer naar het nieuwe normaal. En ja, voor mij zijn winkels en horeca nog prominent aanwezig in dit nieuwe normaal. Ik huiver van een maatschappij waar iedereen vanuit zijn zetel zijn eten, kledij en cultuur bestelt. Waar men zijn huis niet langer dient te verlaten maar alles laat leveren. Ik hou van het bruisende van de steden, het flaneren en kijken, het uitzoeken en genieten. Voor mij is online shoppen een utilitair gegeven: goed voor saaie dingen zoals zout voor de waterverzachter. Ik word niet warm van Zalando en Amazon. Soms doe ik het wel: omdat er iets nodig of dringend is. Omdat ik dit specifieke element niet vond in de winkel. Maar het winkelmandje vullen in drie muiskliks en dan je QR code scannen: het geeft me geen voldaan gevoel. De laatste feestdagen kregen we van een bepaalde niet nadergenoemde partij steeds een wenslijstje in link-vorm naar de bewuste webwinkel. Tja, neem dan mijn kredietkaart even over, he.

Zo kocht ik vorige week een nieuwe grote braadpan. Ik woog Le Creuset in mijn handen, voelde aan het deksel van de Bekopan en luisterde naar de man met dertig jaar keukenspullenervaring. Ja, je had misschien wat minder kleurkeuze. En misschien had ik mijn aankoop wel ergens 6 euro goedkoper kunnen vinden. Maar voor mij was dit een totaalbelevenis: ik trakteerde mezelf op een uitje met een aankoop. Ik zocht uit, voelde hoe het voelde. Ik zorgde voor omzet in een winkel die anders ooit misschien nog sneller leeg komt te staan, nog een leegstaand pand erbij. Leegstand geeft lege steden. Ongezellig en onveilig.

Zo denk ik ook over uiteten gaan. Ja, Deliveroo brengt de wereld op je drempel. Ja, Takeaway.com spaart een babysit uit. Maar geef toe: als je een tête-à-tête wilt met je partner, dan is het toch ook het kiezen op een menu, het wachten en intussen toasten en keuvelen, het nadien natafelen die voor de kwalitijd zorgen? Het zelf afruimen van je warm gehouden kost in dezelfde keuken gegeten als je ontbijt elke ochtend kan gezellig zijn maar je gaat nadien zo snel weer over tot de sleur van elke avond, niet?

Nee, geef mij maar off-line voor gezellige leuke momenten en herinneringen. Voor het behoud van levendige straten en pleinen. Voor die uitbater die er inderdaad zijn dochter haar balletlessen mee betaalt. Of ja, misschien wel zijn tweede stek aan de kust of zijn derde auto, ok. Maar tenminste spendeert hij jouw geld opnieuw in jouw omgeving. Het gaat niet naar Ali-baba en Bezos. Ik gun iedereen een stukje maar ik gun mezelf levendige steden. De mens is een sociaal dier. Je leert door naar elkaar te kijken. En dat kan je niet vanuit de zetel, in je veilige huis waar je alleen bevestigd wordt in je eigen mentale kader.

Wat denken jullie?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *