De keuze voor Slovenië kwam er vorige zomer al, door het zien passeren op social media. Ik bedacht dat het wellicht gauw heel toeristisch zou worden en begon het te bestuderen als bestemming voor 2020. Van het één kwam het ander, ik vond alleen positieve reviews en we gingen inplannen en opzoeken over dit landje dat dichtbij was en toch door ons ongekend.
Het land is effectief klein en wordt doorkruist door twee goed aangelegde snelwegen met vignetplicht. Meer dan de helft van het land is bos en je rijdt het binnen via de wondermooie Julische Alpen. De Slovenen zijn een sterk onafhankelijk, cultuurminnend volk dat zich kort na de val van de muur al afgescheiden heeft van Joegoslavië. Van het Sloveens zelf versta ik geen sikkepit, altijd wel exotisch maar het Engels is er goed ingeburgerd (op de verkeersborden na). Ze betalen per euro en onze stopplaats bevindt zich op slechts 1150 km van Brussel.
We kozen als uitvalsbasis Bled, een populair vakantieoord aan het gelijknamige meer. Ons idee was om het land volledig te verkennen (maximaal betekent dat 1,5u max per rit) maar het accent van de highlights in elke gids lag op de Alpen rond Bled dus dit was een goede startbasis. Bovendien zit je snel op de autosnelweg voor die keren dat je het land binnenrijdt dus dat is handig.
Zelf gingen we per nachttrein tot net voor de grens. Dit was om de kilometers te beperken en vanuit een ecologische insteek. Het is uiteraard duurder maar voor ons betekende het minder tijd, minder diesel en een overnachting minder. Wij onderbreken de reis immers altijd rond 700 km en rijden niet ’s nachts. Als je toch wilt rijden en een pitstop zoekt, dan raad ik de Ibis Styles in Ettlingen nabij Karlsruhe aan of iets verderop de Ibis Budget in het charmante Ulm.
Dag 1
De eerste volle dag bleven we dichtbij. We deden de 5km lange wandeling rond het meer van Bled en gingen met een bootje naar het eilandje middenin het meer. Als je een stoere gebruinde zeebonk wilt je bootje zien roeien en Venetië is iets te druk, dan is dit je alternatief. Het viel ons op dat er in de streek veel voorzieningen waren (zowel qua hotel als qua weginfrastructuur) voor fietsers, met de nadruk op mountainbikers dus volgens ons komen liefhebbers hier zeker aan hun trekken.
Dag 2
De tweede dag gingen we naar het meer van Bohinj. Dit is iets minder toeristisch. We maakten een eerste stop ten oosten van het meer voor een korte wandeling in het Triglav park. Vanuit Vogel namen we daarna het kabelbaantje naar boven, waar je een prachtig zicht hebt op de Triglav, Slovenië haar hoogste berg en het nationaal symbool. Je kan hier ook mooie wandelingen starten: dit kan perfect een dagbezigheid vullen. Daarna wandelden we de 550 trappen op naar de Savica waterval. Stevige schoenen zijn aangeraden. Hou er ook rekening mee dat deze wandelingen naar populaire plaatsen altijd betalend zijn en het in niet-Coronatijden ook druk kan zijn. Tenslotte beëindigden we de dag met een kanotocht op het meer van Bohinj: ideale kennismaking van de kroost met bootjevaren zonder dat je versnellingen moet trotseren.
Dag 3
Op de derde dag hadden we tickets gereserveerd voor Postojna en het kasteel van Predjama. Deze tickets worden wel vaker samen verkocht, gezien de sites op tien minuten rijden van elkaar liggen. Opnieuw iets dat in normale hoogseizoenen erg druk is, dus reserveren is aangeraden: beeld je maar bussen vol Aziaten op Europatrip in die af en aan rijden. Normaal zijn hier 7000 bezoeken per dag, nu waren er nog 700 (corona). Postojna is het grootste mergelgrottencomplex van Europa en het wachten meer dan waard. Een treintje brengt je drie kilometer de grotten in waar je een constante vochtige temperatuur betreedt van 8°C. Daar doe je dan een wandeling van anderhalve kilometer, waarna je per treintje terugkeert. We kozen voor de live gids maar een audio guide is ook een optie. Het is een prachtspektakel van stalagmieten en stalagtieten in roze en witte rotsen, met mooie vergezichten op heuse grot-zalen. Het treintje maakt het ook toegankelijk voor kinderen. We genoten van de wandeling met volle teugen en fantaseerden over de vele leuke vormen die je ontmoette. Werkelijk, qua natuur heeft Slovenië wonderveel te bieden.
Het Predjama kasteel is uitgehouwen in de kalkrotsen van de Karstvallei. Een nederlandstalige audioguide is inbegrepen in de toegangsprijs, wat op veel bijval kon rekenen van de kinderen. Het was een leuke rondleiding, die best wel lang duurt (er zijn 26 luisterstops). Je hebt er ook een heel mooi zicht op de omliggende vallei dus het is een aanrader om te doen.
Daarna bezochten we nog Lipica, de paardenfokkerij van de Lipizaners die dienen voor de Spaanse rijschool in Wenen. Als je langer in Slovenië verblijft, kan je hier perfect een aparte dag mee vullen, door rond te wandelen over de fokkerij of een fiets te huren.
Dag 4
We kozen er bewust voor om op een zaterdag naar Ljubljana te gaan: geen spits en op zo’n dag is het extra druk rond het meer van Bled dus dat ontsnapten we liever. Ljubljana is een kleine gezellige stad langs de Ljubljanica-rivier. Steden langs water zijn mijn favoriet. We combineerden de nieuwe met de oude stad met een fijne wandeling, wat makkelijk is door de drievoudige brug en de drakenbrug. We begonnen in de universiteitswijk, staken zo het water over naar de oude stad, gingen de heuvel op met de funiculare naar het Ljublanskigrad (kasteel) en keerden terug naar de rivierzijde om een hapje te eten op de terrassen langs het water. Het kasteel is een mooie locatie maar geeft geen mooi zicht op de stad: voor het mooiste uitzicht moest je een ticket kopen die toegang gaf tot het hele kasteel, daarvoor pasten we. Na de stadswandeling, wandelden we nog even door Tivoli, het stadspark ten westen van de stad en door Metelkova ten oosten. Deze laatste is een kleine versie van Christiania in Kopenhagen. Dit zijn delen die best wel ver van het stadscentrum liggen maar er is een goed bussysteem en er zijn overal deelfietsen. Vanuit Bled is Ljbuljana overigens goed te doen met de trein.
Dag 5
Over treinen gesproken: er is een prachtige treinroute vanuit de Alpen naar de Sloveens kust: de Bohinj railway. Wij reden hierlangs en hadden zicht op een deel van de 65 prachtige bruggen.
Op de vijfde dag reden we immers per wagen het Triglavpark rond en door. Vergis je niet, op kaart lijkt het te doen maar onderneem dit niet als je (kinderen) last hebt (hebben) van wagenziekte. In totaal waren het 80 haarspeldbochten, waarvan 50 op het einde van de dag om over de Vrsic pas te gaan.
We begonnen dus langs de Bohinj railway om als eerste stop de wandeling te maken naar het uitzichtspunt op de Boka waterval nabij Bovec. Je dient hiervoor 15 minuten te wandelen vanaf de parkingplek voorbij de brug tot een platteau van waar je de 144m hoge en 18m wijde waterval kunt bewonderen. Opnieuw: hier geldt: ga vroeg, dan is het rustig. Volgens een oude Sloveense legende, een verhaal dat veel weg heeft van ons Hansje en Grietje, is de waterval het bloed van de heks nadat ze overmeesterd was door de twee kinderen die anders zouden opgegeten worden.
Beneden aan de brug zijn er overigens fijne picknickplekjes aan het water. Door de rotsenbodem zijn alle stromen die je hier zult ontmoeten voorzien van glashelder water, tenzij het net een aantal dagen ferm geregend heeft.
Na deze wandeling gingen we verder noordwaarts en vanaf dan reden we een heel stuk langs de Socka rivier en zo het nationaal park Triglav binnen. We deden twee mooie wandelingen langs de rivier (let gewoon op bordjes die een start van een wandeling aanduiden) en namen vele foto’s van het heldere blauwe water. Er zijn veel leuke voetgangersbrugjes die je toelaten de rivier over te steken en er zijn ook een aantal plekken waar je aan kanovaren of raften kunt doen. Anders dan aan de oostkant rond Bled en Bohinj, waar mountainbikers soms de paden overnemen, is dit echt een gedeelte voor wandelaars en watersporters.
We sloten de dag af met de Vrsic pas waarna we het skidorpKransjka Gora bezochten.
Dag 6
Op de zesde dag bleven we vlakbij Bled opnieuw. We bezochten in de voormiddag het kasteel van Bled, wat een voltreffer is voor het zicht op het meer maar ook voor het kasteel en museum binnenin. Daarna deden we de wandeling door de Vintgarkloof. Dit is een hele mooie makkelijke wandeling over een houten pad langs de kloof. Het is heel mysterieus door een aantal bruggen over de nevelige rivier en op dit moment slechts toegankelijk in één richting. Reken ook hier opnieuw met best wat bezoekers. Daarna volgt een korte maar ook pittige want steile wandeling ofwel een langere vlakkere wandeling terug naar het beginpunt. In totaal is het daardoor toch ook een wandeling die kinderen niet altijd zonder zeuren uitdoen. Het eerste deel is wel het mooist: je loopt door de kloof, volgt de rivier en op het einde is er een leuke waterval. Opnieuw: ook hier moet je een toegangsticket meerekenen maar je krijgt er wel een heel mooie infrastructuur voor terug. Het valt wel op dat er overal in Slovenië een (weliswaar kleine) toegangsprijs wordt gerekend dus hou dit in het achterhoofd bij het opstellen van je reisbudget.
Dag 7
De laatste dag van ons verblijf in Slovenië gingen we naar de kust. We stopten bij de zoutvlaktes van Secovlje vlakbij de Kroatische grens en gingen daarna naar het mondaine badplaatsje Portoroz. De kustlijn is door zijn rotsstranden vaak een houten ponton langs de zeelijn, waar retro opgespoten zandstranden langs zijn aangelegd ofwel zit je op de betonnen boord. Als je gaat zwemmen, moet je even oppassen voor de zeeëgels vlakbij de grens met het vasteland. Zwem dus liever wat dieper. Daarna gingen we naar het leuke gezellige stadje Piran. Hier mag je niet binnen met de wagen: je moet hem best achterlaten op de grote parkeergarage ten zuidwesten van de stad. Vandaaruit is het 1,5 km wandelen (er is ook een gratis P&R busje om de vijftien minuten). We besloten de dag met de havenstad van Koper, vlakbij de Italiaanse grens.
Je kan van hieruit perfect oversteken naar Triëste, een charmante verstilde Italiaanse havenstad met allures van lang vervlogen tijden. Daar opende de delicatessenketen recent een Eataly dus alleen daarvoor al is het de moeite waard.
Als we langer gebleven waren, zouden we zeker nog de wijnroute en Maribor gedaan hebben. Voor kustliefhebbers kan het ook fijn zijn om enkele dagen aan de kleine maar fijne kust te verblijven. In het oosten van Slovenië is het toerisme tenslotte in volle ontwikkeling. Als je dus houdt van aquaparken op campings vind je daar zeker je gading.
Als rondtrekvakantie heb je dus drie leuke locaties: de Alpen, het oosten en de kust. Blijf je liever ter plekke, dan is Ljubljana het meest centraal maar daar heb je vooral business hotels. De Julische Alpen met haar natuurpracht zijn zo prominent aanwezig in de top10 van must-do dat ik dit een prima startpunt vind voor dit mooie land en een hemel voor fietsfanaten. De toeristische accommodatie is er misschien iets verouderd maar de service is prima en je eet er fijn.
Wij verbleven in het hotel Lovec van de Best Western groep. Een klein recent vernieuwd hotel met mooie familiesuites en een prima grill restaurant. Het binnenzwembad reflecteert dat hier ook veel wintertoerisme is (biathlon is een nationale sport) en dat het weer al eens kan draaien. Er is een kleine welness en de service is heel goed. Aanrader.
Het deed deugd om na de Corona lockdown toch even een zorgeloze vakantie te kunnen beleven. Soms met mondmasker maar over het algemeen gewoon in onze bubbel op stap. Meer was er niet nodig.