Over feminisme, vrouwenrechten en emancipatie

In dit stukje ga ik mijn mening geven over feminisme, vrouwenrechten en emancipatie. Ik ben zelf geen kenner en kan alleen maar mijn eigen mening geven, op basis van mijn eigen beleving. Het waren incidenten zoals rond Kaat Bollen, Tara Gins en andere recente zaken die me in mijn pen deden kruipen.
Zelf ben ik te lang ook naïef geweest. Meer en meer zie ik dat we allemaal onze rol moeten spelen: vrouwen door zichzelf te durven blijven, vrouwelijk en sterk in hun schoenen, mannen door zonder schrik een vrouw als gelijkwaardige te behandelen.

Over het woord feminisme

Misschien is het wel tijd dat ik uit de kast kom als feministe en mezelf zo durf noemen. Waarom ik daarover zou twijfelen? Omdat ook bij mij thuis het vooroordeel leefde dat feministes ongeschoren dolle mina’s waren. Waarbij hun man thuis stond waar de borstels staan (= niets te zeggen had).

En misschien typeert dat al een heel stuk van het probleem. Mannen hadden/hebben schrik van vrouwen die te fel opkwamen voor hun mening. Ze meenden vaak dat dit hun eigen positie zou belagen. Terwijl het hen net helpt om zelf feminist te zijn. Voor zichzelf.

Emancipatorisch is misschien een zachter, minder beladen woord.

En dat ben ik bewust al mijn hele leven.

Bij vrouwen wordt helaas hun geslacht er nog meer bijgesleept dan bij mannen

Emancipatie was een evidente voor mij

Diep overtuigd dat elke mens zijn kansen verdient te krijgen, maakte ik nooit een onderscheid tussen geslacht, afkomst, ras en geloof. Ik groeide op met een sterk gelijkheidsbeginsel als geloof. Wellicht door enkele leerkrachten die me dit bijbrachten. Daarnaast had ik als kind al een ongelooflijk sterk rechtvaardigheidsgevoel. Ik was acht toen ik me inzette voor Amnesty International en consoorten.

Onrecht kon me het snelst aan het huilen krijgen. Ik protesteerde tegen onrecht op school, richtte een dierenbeschermingsclubje op en discussieerde met mijn vader over racisme en klassenstrijd.

Verder werd weinig onderscheid in geslacht gemaakt. Ik speelde veelal buiten op de velden met de buurjongen en ging naar een gemengde jeugdbeweging. Die jeugdbeweging was een doorn in het oog van de plaatselijke kerkgemeenschap in het kleine dorp waar ik opgroeide. Ze werd geboycot langs alle kanten maar voor mij was dat een logische zaak. Tegelijk was ook de meisjesschool mijn habitat.

Ook was ik er altijd al van overtuigd dat ik zou doorstuderen. Bij mijn keuzes kwam het nooit in me op dat ik iets bepaald niet mocht of net wel moest kiezen. Omdat ik een meisje was. Ik koos zuiver uit interesse. Mijn vader zei lachend over mij dat ik een fantastische huisvrouw zou zijn als ik niet zo ambitieus was. Dat nam ik als een compliment.

De discussie die ik wel verloor, was die over zakgeld. Ik vond het echt oneerlijk dat mijn broer en ik evenveel weekgeld kregen. Hij studeerde vlakbij met een volgetankte wagen op de oprit: hij sliep en at dus thuis. Ik moest met diezelfde som een hele week kotleven bekostigen. Jij bent een meisje, je moet je maar laten trakteren, was het antwoord. Misschien was dat wel de eerste keer dat ik botste op het genderverschil dat mensen maakten. Razend werd ik ervan.

Mijn onafhankelijkheid

Toen ik mijn toekomstige man leerde kennen, wist die al snel dat hij samen was met een zelfstandige, plantrekkende vrouw. Toen we elkaar leerden kennen, kwam ik net terug van zes maanden buitenland op mijn eentje. Ik had al van jongsaf aan geleerd om alleen op tocht te gaan en zelfstandig te reizen.
In Italië hadden mijn kotgenotes me geleerd hoe je door een straat stapt als een Italiaanse dame. Zonnebril op, blik vooruit, schouders recht en niet afwijken van het doel. Het hielp om als jong blond meisje alleen niet continu aangesproken te worden.

Terug in België trok ik twee maal per maand naar Brussel waar ik me door achterbuurten moest wagen om naar de vergaderplek te gaan van de politieke beweging waarin ik zat. En ja, ik zette soms al eens mijn sjaal over mijn haren, omdat dit hielp om minder lastiggevallen te worden.

Mijn echtgenoot daarentegen had een heel beschermde jeugd gehad. Het botste al eens, maar hij leerde al snel dat ik die vrijgevochtenheid zou houden.

Zo kozen we samen resoluut voor gescheiden rekeningen. Onze inkomens komen op onze eigen rekening toe en dan schrijven we voor de gemeenschappelijke kosten over naar de rekening van samen.

Uiteraard, met het samen een huis kopen en kinderen krijgen, ligt het overgewicht nu op die laatste rekening. Ik hecht echter belang aan een eigen spaarpot. Aan kunnen kopen of besteden zonder dat ik me moet verantwoorden. Tegelijk hoef ik me ook niet te moeien met zijn aankoop van LP’s of fotografiemateriaal.

Verdeling van de taken

Nochtans kan het wel lijken dat we een traditionele rolverdeling hebben in het huishouding. Dat reflecteert echter simpelweg onze interesses. Zelf heb ik totaal geen groene vingers. Mocht ik alleen vallen, de tuin zou een oerwoud worden. En mogelijk zou ik verhuizen want zolang ik zicht heb op groen en een terrasje, is het genoeg. Mijn man groeide op in een andere eetcultuur dan de onze nu, dus die taak in de keuken nam ik voor mijn rekening.

Niet omdat hij een man is en ik een vrouw, zo leggen we dat ook uit aan onze kinderen. Omdat wij dat een goede verdeling vinden. Omdat dit toevallig is hoe wij het graagdoen.

Mijn man gaat evengoed een was ophangen en ik zet regelmatig de vuilnisbakken buiten. En het frigobeheer is in goede handen bij de echtgenoot maar een knop aannaaien doe ik zelf wel.

Over vrouwelijkheid

Al te vaak wordt een sterke vrouw niet als vrouwelijk aanzien. Ik ben van nature zorgzaam en hou van een opgeruimd kantoor dus ja, ik ben degene die de leveranciers een koffie aanbiedt en zorgt voor de afwas achteraf. Niet omdat ik de enige vrouw ben op de werkvloer maar omdat ik dat graag zo zie gebeuren.

Zelf draag ik alleen kleedjes: nooit broeken. Ik hou van roze en mijn dochter draagt elke dag een strik in haar haar.

Ben ik daarom meer vrouw? Een betere/echtere vrouw? Nee, ik word gewoon gelukkig van mijn dochter met netjes haar. Zelf ben ik klein met een nogal dikke poep dus ik sta niet met broeken. Elk kiest waar die zich goed bij voelt.

Vrouw zijn, vrouwelijk zijn en tegelijk ambitieus: voor mij is dat geen contradictie.

Al te vaak denken vrouwen ook dat ze zich niet vrouwelijk mogen gedragen.

Ik ontmoette eerder al vaak vrouwen op topposities die meer alfagedrag vertonen dan mannen. Ze zijn bitchy en ongenaakbaar. Zo wil ik niet doorgroeien: ik hoef geen mannen te imiteren om mijn mannetje te staan. Ik wil gewoon mezelf zijn zo respect afdwingen: door kennis en authenticiteit. Uiteraard ben ik soms hard in een onderhandeling, kan ik soms koel overkomen in een professionele context maar collega’s kennen me beter dan dat.

Door veel met mannen opgetrokken te hebben in het verleden, mag je bij mij wel eens een seksueel getint mopje ertussen gooien. Ik kan tegen een stootje en ga al even gauw zelf even iets seks-gerelateerd eruit gooien. Zolang het niet op de man/de vrouw gespeeld wordt, relativeer ik dat. Al blijf ik daarbij gewoon mijn vrouwelijke zelve en niet “one of the guys”.

Ik ga ook nooit iets argumenteren of proberen te bekomen via mijn gender. Als er in een meeting een “tour de table” wordt gedaan en iemand merkt op na mijn voorstelling dat ik de enige vrouw aan tafel ben, antwoord ik steevast met “ja, en Jan is de enige zonder haar aan de tafel”. Want dat is hetzelfde: ik ben de enige vrouw en met haar, hij is een van de mannen, de enige zonder haar maar we zijn evenwaardig. Niemand hoeft me daar op te wijzen.

Er is één uitzondering: als ik na het vallen van de avond naar het station dien te stappen, vraag ik een collega om me te begeleiden. Maar dat is omdat die mannen, sorry daarvoor maar het is nu eenmaal zo, die in die buurt rondhangen hun manieren niet houden en de Italian step volstaat daar niet meer.

Dus ik ben op en top vrouwelijk en tegelijk ambitieus. Dat is niet conflicterend. Men hoeft ook de wereld niet aan te passen voor mij, ik blijf gewoon mezelf en zal wel zelf de wereld veranderen indien nodig.

Ik ben vrouw, heb een uitdagende job en ben ook moeder. Dat is ook al niet conflicterend en ik vraag geen voorrechten. Ik ga echter die andere rollen ook niet wegsteken. Op het werk ben ik ook nog moeder, dat kan niet weggestopt worden. Al lijkt men dat soms te verwachten.

Pogingen tot genderneutraliteit

Waar ik het wel van op mijn heupen krijg, zijn mislukte pogingen tot genderneutraliteit.

Zo heeft Dobbit met Annabelle Van Nieuwenhuyse een doe-het-zelf-programma.

Halfslachtige pogingen tot emancipatie van de vrouw

Daarin maakt ze dan bijvoorbeeld een dienblad, waarbij de handvaten er sneller opstaan dan het ingewikkelde schilderpatroon. En alles met een roze boor.

Want ja, als vrouwen gaan klussen, kan dat enkel met aangepast materiaal in het roze en kan dat enkel met als doel om samen koffie te leuteren met vriendinnen?

Tegelijk is dat zo man-onterend. Het degradeert de man naar iemand die alleen in de garage of zijn tuinkot zijn manieren kan houden. Het is net een bevestiging van het stereotype beeld van man en vrouw.

De bevrijding van de man

Het is net door vrouwen en mannen gelijk te behandelen, dat mannen ook zelf uit de rol kunnen stappen die hun wordt toebedeeld.

Vrouw en man zijn nu eenmaal niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Mijn man kon mij niet vervangen toen mijn flessenweigeraars overleefden op mijn melk. Hij is echter evenveel betrokken in de opvoeding en neemt zijn taken in het huishouden op.

Het is door mannen en vrouwen evenwaardig op te voeden en hun eigen interesses te laten ontdekken, dat we naar een wereld gaan waarbij het nromaal is om als man zelf ouderschapsverlof op te nemen.

En dat dit door anderen niet wordt bestempeld als “een watje” of “zijn vrouw is daar de baas”.

Gelijkwaardigheid helpt iedereen.

Geef toe, in dit filmpje uit Gert Late Night, zegt Michel dat vrouwen moeten thuisblijven. Ik val dus over die “moeten”. Ik heb niets tegen “mogen/kunnen”.

En dit “moet” tot de kinderen naar school gaan.

Dan zegt hij trots dat zijn dochter hem niet herkende omdat hij zoveel werkte.

Voor wie is dit dan het meest onterend?

Voor de werkende moeder die veroordeeld wordt tot slechte moeder?

Of voor de vader die wel zijn rol wil oppakken en daardoor onvermijdelijk als lui wordt bestempeld in deze redenering omdat hij wat meer thuis wilt zijn?

Tot slot

Ben ik dus een feministe? Ja, omdat ik voor emancipatie ben, ongeacht geloof, ras en geslacht. Ik ben voor feminisme en vrouwenrechten en voor emancipatie van de vrouw en van de man.

Ik ben voor emancipatie voor iedereen die dat zelf wilt. En voor de vrijheid voor iedereen die dat niet wilt. Want dat is ook goed.
Wat denk jij?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *