Deze post werd halverwege vorige week geschreven.
Er is al veel over geschreven, ik weet niet of ik veel nieuws kan bijdragen, maar ik geef jullie toch even een blik op wat nu al drie weken dagelijkse kost is. Om ook het positieve zelf te blijven inzien, want ik moet zeggen dat het me soms wel boven het hoofd groeit.
Ons dagschema hangt op het prikbord in de keuken. De kinderen, en zeker onze jongste Pietje Precies, kennen het al uit het hoofd. Om 6u/6u15 start de dag. Zonder wekker: het is een strijd om hen tot 6u stil te houden. Daar verandert Corona noch het zomeruur niets aan. Ik start mijn laptop op, bekijk de mails die de avond ervoor laat binnendwarrelden, bereid de vergaderingen van die dag voor.
Rond 7u komt mijn echtgenoot naar beneden en ontbijten we samen. De tafel was al gedekt van de avond ervoor en zo samen de dag starten is voor ons een luxe. Normaalgesproken ben ik al weg van ten allerlaatste 6u30.
Rond half acht gaan de kinderen hun kleren aandoen en ruim ik de keuken op. Daarna leg ik het huiswerk van die dag klaar. Om 8u is het “speeltijd” en laat ik hen buiten. Kwestie van de energie al op voorhand weer weg te spelen. Intussen beginnen mijn man en ik elk op een aparte bureau, ik beneden, hij boven. Om half negen mogen ze een uurtje naar het educatief blok kijken op Eén.
Tegen half tien, dan zit ik meestal al in de tweede meeting van de dag, komen ze uit zichzelf zeggen dat ze aan het werk gaan . Lichte trotsheid bij mezelf. Om half elf geef ik hen fruit en mogen ze weer en half uurtje buiten spelen, waarna ze weer verder hun huiswerk maken tot 12u.
De ochtend is dus redelijk strak gestructureerd. Er gaan al eens vijf minuten hier of daar er vanaf, soms start ik de laptop eens wat later op omdat ik met mijn dochter een yoga- of work out doe en net voor 12u probeer ik een pagina voor te lezen uit De Kleine Prins. We weten echter ook dat de kinderen het nodig hebben, die structuur en het laat me toe in de mate van het mogelijke door te werken. Uiteraard komen ze teveel naar mijn zin de bureau binnen en moet ik al eens een gesprek onderbreken of een vergadering op mute zetten. Maar we moeten ook beseffen dat we hen veel vragen.
Daarna is het een uurtje lunchpauze, inclusief buiten een wandelingetje maken. Doorgaans heb ik wel al warm eten klaarstaan of iets uit de diepvries opgediept.
De namiddag is wat moeilijker. Eerste en tweede leerjaar, ik heb zelfs niet genoeg materiaal om hen in de namiddag aan het werk te houden, al was het de aandacht of energie. Buiten spelen wordt afgewisseld met knutselen en spelletjes. Als ik geen overleg heb, neem ik al even de jongste apart bij mij zodat er even geen ruzie ontstaan. Mijn werk is echter voor 70% overleg en niet altijd over evidente zaken en al helemaal niet altijd in mijn moedertaal.
Het continu onderbroken worden vraagt mentaal dus best veel. Alleen kunnen we hen moeilijk de hele dag vastbinden. We nemen af en toe eens een namiddag verlof zodat ze onverdeelde aandacht krijgen.
Rond 17u ronden we af, doen we een toertje buiten per fiets of te voet. Dan komt de boterham-bad-bedtijd routine en om 19u keert hier de rust terug, net als op gewone schooldagen.
Ik open mijn laptop, haal mijn mails in, check het nieuws met een half oog en we controleren hun huiswerk.
Rond negen uur een uurtje tv en dan richting bed want je raadt het al, we moeten uitgerust aan het weekend beginnen zodat we kunnen poetsen, wassen en strijken.
Er zijn veel mensen in deze of moeilijkere omstandigheden. We mogen niet klagen: we hebben een huis, we hebben ons inkomen, we hebben eten en kleren. Dat besef ik. We hebben elkaar. Alleen vind ik het knap lastig. We jongleren met vele petjes tegelijk. Alles komt op onze schouders en de werkgever laat zijn deadlines niet los. Ik had nog wat congédagen op de reserveteller maar het werk loopt intussen door en moet ook gewoon gebeuren in de gewonnen uurtjes na bedtijd.
En met een dochter die het knap lastig heeft in de klas om bij te benen en een zoon die mijlenver voor ligt en snakt naar nieuwe kennis, weet ik niet hoe ik het na de Paasvakantie zal aanpakken, indien we een verlenging hebben.
Nu, één dag per keer zeker? En ooit ga ik gewoon met een collega een koffie kunnen pakken en lachen om die Coronatijden? Laat ons hopen.